Eigenaarschap als hefboom

Eigenaarschap als hefboom voor inclusie in vrijwilligerswerk

Als ik iets doe, doe ik het met hart en ziel. En dan wil ik daar ook voor een stuk bij horen, anders doe ik het niet.


(vrijwilliger 1)

Deze vrijwilliger verwoordt een gevoel dat we naar Pierce et al (2001) “psychologisch eigenaarschap” zullen noemen. Eigenaarschap gaat om het gevoel iets te bezitten. Je kan dit gevoel hebben over een ding, over een idee, over iets dat je gemaakt hebt. Als vrijwilliger kan je dat gevoel ook hebben over jouw vrijwilligerswerk, jouw team, jouw organisatie of vereniging.

WAT is eigenaarschap in het vrijwilligerswerk?

Als je je eigenaar voelt van je vrijwilligerswerk, dan voel je dat vrijwilligerswerk aan als deel van jou, als iets dat bij je hoort.

Pierce et al (2001) geeft 3 kenmerken van dat gevoel van eigenaarschap.

1.  Wat van jou is, geeft een gevoel van controle en verantwoordelijkheid. Je wil ermee aan de slag gaan, je kan het verkennen en veranderen. En als het mooi resultaat oplevert, word je blij en tevreden. Als het niet goed loopt, dan zit je daarmee in én wil je het verbeteren.

Christopher staat als vrijwilliger in voor het onderhoud van de gebouwen. Ook wil hij verbetering op de lange termijn. Daar dringt hij op aan tijdens de AV. Hij is fier dat een aantal elementen aan het gebouw nu grondig zullen worden aangepakt. Hij komt altijd met nieuwe ideeën en oplossingen die hij verzamelt op kluswebsites en blogs. Als het gebouw en de terreinen er goed bij liggen, is Christopher blij en tevreden. Als er dingen stuk gaan én zeker als het door vandalisme is, raakt hem dat enorm. Dan heeft hij zin om de handdoek in de ring te gooien.

2.  Wat van jou is, zegt iets over wie je bent. Als iemand je vraagt wie je bent, dan vermeld je zeker ook het vrijwilligerswerk.

Christopher noemt zichzelf de Bob de Bouwer van de club. "Ik ben hier den handige", zegt hij dan. Als hij zichzelf voorstelt, zal hij altijd zijn vrijwilligerswerk als eerste noemen, naast zijn eerste kleinzoon, waar hij zo fier op is.

3.  Wat van jou is, creëert een thuis en een plaats voor je. Het laat toe om te verbinden en je gerust te voelen.

Na een vakantie zegt Christopher hoe blij hij is dat het weer open is. Hij noemt de club zijn tweede thuis. Hij is er op zijn gemak, weet er alles staan en is er graag gezien en gekend door iedereen.

WAAROM eigenaarschap als bril?

Voor alle vrijwilligers is eigenaarschap belangrijk.

In deze toolkit (en in het traject waardoor deze toolkit tot stand is gekomen) gebruiken we “eigenaarschap” als de bril om te kijken naar de uitdagingen waar vrijwilligersgroepen en – organisaties voorstaan als ze stappen willen zetten naar meer inclusie en diversiteit. Deze bril helpt ons om anders te kijken naar de vrijwilligerswerking.

Door (een gevoel van) controle te geven aan vrijwilligers, samen met hen te bekijken hoeveel en welke verantwoordelijkheid ze willen en kunnen nemen en samen op zoek te gaan naar welbevinden en een plek in de vrijwilligersgroep en organisatie:

  • Voelen vrijwilligers zich thuis in de organisatie
  • Weten zij zich meer gedragen en gehoord door een organisatie.
  • Wordt de diversiteit die er is tussen vrijwilligers zichtbaar en wordt er meer rekening mee gehouden.
  • En krijgen ergernissen minder kans om onzichtbaar te blijven groeien.


Indien dit gevoel van controle er niet is en mensen zich niet gehoord voelen, kan dit snel leiden tot frustraties en afhaken.

Zelf heb ik er een jaar over gedaan om de toestand te kunnen begrijpen en aanvaarden en ik beschreef (organisatie X) als een voorbeeld van georganiseerde chaos. Het antwoord dat ik dan kreeg was: “Zolang je niet begrijpt dat dit de manier van werken is kun je hier niet veel komen doen.” Zeer frustrerend en ik denk voor veel mensen een reden om af te haken.


vrijwilliger

Motivatie, leernoden en context veranderen ook doorheen het traject van vrijwilligerswerk. Door de controle over het vrijwilligerswerk te delen met de vrijwilliger, kan hij of zij het vrijwilligerswerk flexibel aanpassen aan de veranderde noden of wensen en worden kansen op meer duurzaam engagement gecreëerd.

Eigenaarschap in vrijwilligerswerk blijkt nog belangrijker voor vrijwilligers met een (maatschappelijk) kwetsbaar profiel

Voor vrijwilligers met een (maatschappelijk) kwetsbaar profiel blijkt het nog belangrijker om dat eigenaarschap te thematiseren. In interviews met vrijwilligers met een kwetsbaar profiel en met hun ondersteuners stellen we vast dat het vrijwilligerswerk vaak een zeer belangrijke rol speelt in het

leven van mensen. Dit maakt het uiterst belangrijk om zorgzaam om te gaan met vrijwilligers en hun gevoel van eigenaarschap.


  • Het gebeurt dat vrijwilligers enkel op hun vrijwilligerswerk een gevoel van verantwoordelijkheid en controle (mogen) ervaren. Wie leeft aan de “zorgkant” van de samenleving, is vaak de ontvanger van zorg, maar mag zelf weinig verantwoordelijkheid dragen voor anderen (of dingen). Ook een gebrek aan controle wordt hier regelmatig ervaren. Het gaat dan bijvoorbeeld over controle hebben over wie en hoe je opgevolgd of ondersteund wordt of niet voldoende betrokken worden in je taakinvulling.
  • Het vrijwilligerswerk is vaak een belangrijk aspect van de eigen identiteit voor vrijwilligers met een maatschappelijk kwetsbaar profiel. Door het ontbreken van (de mogelijkheid van) betaald werk en de bijhorende status, wordt het vrijwilligerswerk een groter puzzelstuk van de identiteit en is de waardering die erbij hoort (of niet bij hoort) des te belangrijker.
  • Voor heel wat vrijwilligers is hun vrijwilligersplek een thuis of plek. Als participeren aan het geheel van de samenleving moeilijk is, je geen toegang hebt tot betaald werk en/of een beperkt (of bezwarend) netwerk hebt, is het vrijwilligerswerk soms de enige echt veilige haven die er is. In verschillende interviews met vrijwilligersverantwoordelijken wordt aangegeven hoe belangrijk het is om te zorgen dat deze plek er kan blijven voor de vrijwilliger, ook als er discontinuïteit is in het vrijwilligerswerk zelf.


Ik heb al vaak gedacht van “Zou ik niet iets gaan doen?”. Ook om mij nuttig te voelen, om een stukje in de-. Ik wil ook naar de maatschappij eigenlijk iets terugdoen voor het pensioen dat ik krijg. Ik vind dat heel belangrijk. Eum… Dat is één. Eum…ja. En het is ook nog een groep bij welke je behoort.”


vrijwilliger

Ik zal niet zeggen van “Zeg Caroline, ik vond dat niet...” maar ik kan misschien daarna nog een keer vragen: “Caroline, toen dat je daarjuist ‘nee’ zei, is daar een bepaalde reden voor? Heb je daar andere plannen mee?”. Dat zou ik wel kunnen. Maar ik ga niet de persoonlijke dingen vragen… neen. Daar ben ik niet zo goed in.

En ook, ik wil dat het fijn blijft.


vrijwilliger

Voor een aantal van de geïnterviewde vrijwilligers met een kwetsbaar profiel komt hier nog een bijkomende uitdaging bij. De vrijwilligers verwoorden dat zij sterk betrokken zijn op hun vrijwilligerswerk, maar dat hun wensen en verlangens met betrekking tot dit vrijwilligerswerk vaak onuitgesproken blijven. Het niet durven bespreken van de eigen noden en frustraties, ze niet belangrijk genoeg vinden om ze te bespreken of twijfelen of de ondersteuner er wel een boodschap aan heeft, is een knelpunt dat verwoord wordt door meerdere vrijwilligers.

Om maatwerk te kunnen bieden in vrijwilligerswerk en eigenaarschap op maat toe te staan, heeft een vrijwilligersverantwoordelijke deze informatie wel nodig. Hij of zij zal extra inspanningen moeten doen om eigenaarschap op maat te kunnen verwezenlijken voor vrijwilligers met een kwetsbaar profiel.

Tot slot is het belangrijk te beseffen dat het merendeel van vrijwilligers met een maatschappelijk kwetsbaar profiel zich engageren in uitvoerende taken. Vrijwilligerswerkingen blijken echter minder sterk in het betrekken van deze zogenaamde doeners bij informatie-, participatie- en besluitvormingsprocessen dan ze dat doen bij profielen die uit zichzelf graag meedenken, vergaderen en overleggen. Alternatieve overlegmethoden moeten worden ontwikkeld om ook deze vrijwilligers te informeren en te laten participeren. Hen uitnodigen voor vergadermomenten is onvoldoende en zal hen nooit helemaal bereiken.

HOE versterk je eigenaarschap in een organisatie?

Vanuit de definitie van psychologisch eigenaarschap komen Pierce et al (2001) tot drie handvaten om dat eigenaarschap van vrijwilligers te versterken. Een vrijwilligersorganisatie kan samen met (een diversiteit aan) vrijwilligers aan de slag gaan met deze handvaten. Hoe je samen met je vrijwilligers een duidelijk zicht krijgt op je eigen uitdagingen op dat vlak en hoe je ze kan aanpakken, vind je hier.

Hier vertalen we de handvaten naar de context van “eigenaarschap in het vrijwilligerswerk”.

1.

Controle geven over het vrijwilligerswerk

Organisaties hebben heel wat mogelijkheden om controle en verantwoordelijkheid te geven aan vrijwilligers over grotere of kleinere aspecten van het vrijwilligerswerk. Het kan gaan om informeren of inspraak geven in het geheel van de organisatie, maar ook over kleinere zaken als controle hebben over het eigen takenpakket en de manier waarop je met je eigen taken wil omgaan.

Als ik een idee heb en ik ga ermee naar Louise, ik leg mijn idee uit, dan gaat Louise ermee verder en dan houdt zij mij ook op de hoogte van: ‘Kijk ik heb dat voorgesteld’. Allez, ‘Thomas vindt dat, dat en dat’, en dan zegt die ook van ‘Hoe wilt ge dat aanpakken?’. Dan moet ik daar weer verder over nadenken. Dus, da’s wel fijn. Je wordt wel echt op de hoogte gehouden van alles.


vrijwilliger

2.

Toestaan of zelfs stimuleren dat de vrijwilliger een intieme relatie met de organisatie opbouwt en op de hoogte is van heel wat aspecten van de organisatie

Hoe meer en hoe beter de kennis die een individu heeft over de vrijwilligersorganisatie, hoe dieper de relatie hiermee en dus hoe sterker het gevoel van eigenaarschap.



Eigenaarschap kan versterkt worden doordat de vrijwilligers geïnformeerd worden bij de doelen van de organisatie of het project, zij hier meermaals en blijvend bij betrokken worden en informatie voor hen gemakkelijk toegankelijk wordt gemaakt.


Persoonlijk, als ik daar een uitleg bij krijg, zo van, dat vind ik fijn dat mensen zeggen van “Nee, weet je, daarom of daarom”. Dat heb ik graag. Maar ja, mensen zijn soms bezig, hebben daar ook niet altijd de tijd voor. Maar ik vind dat je er meer bij hoort, als ze u zeggen waarom. En je weet dan ook weer meer over waar je mee bezig bent… Weet je wat dat ik wil zeggen?


vrijwilliger

3.

Door investering in het vrijwilligerswerk en de organisatie

Een vrijwilliger vereenzelvigt zich met zijn/haar vrijwilligerswerk doordat hij of zij er tijd, ideeën, fysieke, psychologisch en intellectuele energie in investeert. Het wordt een stukje van jou, doordat jij erin hebt geïnvesteerd.

En omdat ze weten dat ik nog graag hier zit, hadden zij aan mij gevraagd of ik dat op mij wou nemen. En daar heb ik ook ‘ja’ op gezegd omdat, snap je, dan zit ik ook nog in die flow hier.

vrijwilliger

Valkuilen van eigenaarschap

Eigenaarschap kent ook een aantal valkuilen. Zo kan een vrijwilliger te veel controle uitoefenen op zijn vrijwilligerswerk, team of organisatie, waardoor hij of zij het eigenaarschap van anderen onmogelijk maakt. Een vrijwilliger wordt dan bazig of bezitterig genoemd, is niet meer verwelkomend naar nieuwe mensen of reageert geïrriteerd als niet alles volgens zijn of haar ideeën verloopt.

En hier zijn ook echt wel een paar vrijwilligers die hier al heel lang komen, wat ook wel zorgt voor een vrij verregaand gevoel van eigenaarschap, wat supergoed is en we zijn daar ook heel blij mee, maar dat brengt natuurlijk wel zo’n uitdaging met zich mee. Als je een bloempot verplaatst, ze hebben het gezien en dat mag niet he. Maar dat gaat zo ver he.


vrijwilligersverantwoordelijke

Een te groot eigenaarschap kan ook leiden tot grenzeloze engagementen. Zo kan iemand te veel hooi op zijn vork gaan nemen, waardoor overbelasting dreigt maar ook anderen niet de kans krijgen om rollen te gaan opnemen.

Da was dan ja, ik stond op de ziekenkas, dus al ze dan wat volk te kort hadden om mee die vakantiekampen, dan belden ze mij dikwijls van ‘seg zijde gij die week vrij?’ en dan ging ik soms zes keer per jaar mee. Je moet die mensen eten geven, je moet die mensen verzorgen, je moet die mensen in bad zetten, je moet daar mee gaan wandelen. Dan van ’s morgens zeven uur tot ’s avonds elf uur. Dan komt ge nog eens kort allemaal samen, dus tegen dat ge dan in uw bed ligt... En ik zei toch elke keer ‘ja ja’.”



vrijwilliger

Naar gedeeld eigenaarschap

Samen met vrijwilligers vormen van gedeeld eigenaarschap ontwikkelen kan een antwoord zijn op deze uitdagingen. Birgit Goris (2018) verwoordt dit gedeeld eigenaarschap als een combinatie van gedeeld initiatief (in plaats van enkel uitvoeren) en verbonden en gelijkwaardig samenwerken. Door op een verbonden en gelijkwaardige manier met vrijwilligers te zoeken naar hoe de organisatie en het vrijwilligerswerk meer gedeeld kan worden en te kijken hoe iedereen op maat initiatief kan nemen, kan deze zoektocht worden vormgegeven.


Via deze link kan je samen met je vrijwilligers aan de slag om te groeien naar een organisatie met een sterker en meer gedeeld eigenaarschap voor alle vrijwilligers.


Share by: